Het verhaal achter de espressomachine

Van Frankrijk tot Italië

Reeds in 1822 vond men in Frankrijk een methode uit om grote hoeveelheden koffie te produceren. Bij dit proces werd heet water - geen kokend water - aan de hand van stoomdruk door fijngemalen koffie heen gefilterd. Het is pas in het begin van de twintigste eeuw dat de Italianen zich afvroegen hoe ze dit proces zouden kunnen klaarspelen voor één enkel kopje koffie. Ze begonnen volop te werken aan een methode en in 1901 werd de eerste compacte espressomachine ontworpen.

De betekenis van het woord ‘espresso’

Het is ook toen dat de gebrouwen koffie ‘espresso’ werd gedoopt, wat ‘uitdrukking’ betekent. De naam verwijst ook naar de snelheid van de bereiding  en naar het feit dat een espresso op elk moment van de dag gemaakt  kan worden. Eén kopje koffie vraagt immers geen kilo’s koffie of liters water.

De nieuwe Italiaanse machine creëerde stoomdruk. Water en stoom werden onder 1,5 bar door het koffiemaalsel gefilterd. Te heet water kon echter een verbrande smaak geven aan de koffie. Daarom voegden de Italianen er veel suiker aan toe. Stap voor stap werd het productiesysteem verbeterd, maar het zou nog tot 1935 duren vooraleer men erin slaagde de stoom te vervangen door luchtdruk. Zo kon men de temperatuur onder controle houden zodat het water niet zou beginnen koken.

Van innovatie naar innovatie

Na verloop van tijd werd ook een systeem uitgevonden om de druk te verhogen. Dit gebeurde met een mechanische, gespannen handbediende hendel. Dit systeem wordt nog steeds toegepast bij handmatige machines.

In 1950 lanceerde Ernesto Valente een model met elektrische pomp op de markt. De espressomachine met elektrische pomp is nog altijd in gebruik, en staat bekend als een halfautomatische espressomachine. In de jaren daarna werd het espressoapparaat steeds verder ontwikkeld, en kreeg er nog een volautomatische variant bij, de zogenaamde stoom-espressomachine.

En nu: tijd voor een kopje koffie!